Inhibitie van de primaire reflexen
Kinderen kunnen geblokkeerd zijn in het uitvoeren van de executieve functies doordat de primaire reflexen niet geïnhibeerd zijn. Dit kan zich uiten in schrijf- lees en rekenproblemen. Als ook motorische onrust, ADD, ADHD, Dyslexie en concentratiestoornissen. Het is wetenschappelijk bewezen dat d.m.v. gerichte oefeningen er blijvend resultaat is als deze reflexen geïnhibeerd zijn.

We worden allemaal geboren dankzij en met een aantal primaire reflexen. Zonder deze reflexen kunnen we de weg door het baarmoederkanaal naar buiten niet maken, en weten we bijvoorbeeld niet hoe we moeten happen en zuigen om ons te voeden. Deze, en andere, primaire reflexen doorlopen een aantal fasen, en van daaruit gaan we langzamerhand bewuste bewegingen maken: we leren onze ogen richten en iets te pakken, we gaan tijgeren, kruipen en uiteindelijk lopen. Soms stagneert echter de ontwikkeling van de reflexen. In de baarmoeder, tijdens of kort na de geboorte, of soms ook op latere leeftijd als gevolg van een trauma. We zeggen dan dat ze niet zijn geïntegreerd. Hierdoor blijven de primaire reflexen de baas spelen over onze bewuste bewegingen.

Gelukkig is ons lijf heel slim, dus weten we het – zonder dat we het merken – mooi te compenseren. Alleen, die onrust is er dus wel. En dan kan het zomaar zijn dat je lijf door die primaire reflex in beweging wordt gezet en je gaat wiebelen op je stoel. Of dat je hand in die ene houding eigenlijk wil openen, zodat je je pen krampachtig moet vasthouden om te kunnen schrijven. Of het rechtop zitten kost je zo veel moeite, dat je zonder dat je het in de gaten hebt onderuitzakt als je je probeert te concentreren. Of je kunt maar niet stoppen met kauwen op je pen, je bijt nagels of sabbelt aan de mouwen van je trui. Of je bent om onduidelijke reden angstig, overgevoelig voor geluid en/of licht en schrikt heel snel en sterk.
Voor wie?
Niet-geïntegreerde reflexen hebben direct effect op houding, motoriek, gedrag en leerprestaties. Symptomen hiervan zijn:
•    Problemen met lezen, schrijven of rekenen (dyslexie en dyscalculie)
•    Onrust of hyperactiviteit, ADHD of ADD
•    Overgevoelig voor aanraking (bv. labels en naadjes)
•    Snel overprikkeld en oververmoeid
•    Moeite met in- of doorslapen
•    Onhandig zijn in beweging, snel vallen
•    Moeite met fijne motoriek, zoals pengreep
•    Slechte schrijfhouding (bijv. met gezicht op tafel liggen met schrijven)
•    Sterke emoties bij gewone gebeurtenissen (bang of boos)
•    Bedplassen of obstipatie
•    Niet stil kunnen zitten of stil zijn
•    Slechte concentratie
•    Snel bang of boos zijn, weinig zelfvertrouwen